Ribes sanguineum

Informatie over Ribes sangiuneum

De Ribes sanguineum wordt in het Nederlands ook wel de rode ribes of siertrosbes genoemd. De Ribes sanguineum kan solitair of zelfs als haagplant aangeplant worden. Daarnaast wordt deze plant veelvuldig in openbaar groen gebruikt zoals in parken en landschapstuinen. Het plantengeslacht waar tot de Ribes sanguineum behoord staat vooral bekend als een bes dragende soort.

Gewasgroep en herkomst

De Ribes sanguineum is familie van de Grossulariaceae. Oorspronkelijk komt deze heester uit Westelijk Noord-Amerika. Hier groeit Ribes sanguineum voornamelijk langs de westkust van de Verenigde Staten.

Plantkenmerken

De Ribes sanguineum wordt niet voor de bessen aangeplant, maar voor de prachtige bloemen in het voorjaar. De bloeiperiode vindt plaats in de maanden maart tot mei. De bloemen zijn rode afhangende bloemtrossen, daarnaast hebben ze een sterke geur. Wanneer er geen snoei toegepast is komen er na de bloei blauwzwarte bessen aan. De volwassen hoogte van de Ribes sanguineum is circa 2 tot 3 meter. De plant is zeer winterhard (zone 5) en is niet wintergroen. 

Toepassing en nazorg

De Ribes sanguineum is een erg makkelijke en sterke plant. Hij kan op wel vrijwel elke grond goed groeien en staat het liefste in de zon of halfschaduw. De snoeiperiode van deze plant is na de bloei in juni en juli. U kunt het beste iedere tak tot 30cm wat terugsnoeien, ook kunt u een aantal oude uitgebloeide takken verwijderen. Geef de plant in voorjaar wat organische mest, dit bevordert de bloei. De eerste twee groeiseizoenen heeft de boom genoeg water nodig, wekelijks één grote gift. Bekijk hier onze instructievideo over water geven.

Aanplanten

Zorg bij aanplanten ervoor dat de grond eerst goed los is. Er mogen geen harde lagen in de bodem zitten. Vervolgens maakt u het plantgat ongeveer 1.5 keer groter dan de kluit. Vermeng de aanplantgrond samen met de aarde, dit bevordert namelijk de groei. Verwijder de pot en dompel de plant in een emmer met water, plaats vervolgens de plant in het gat. Vervolgens vult u het plantgat verder op met grond en drukt u de grond stevig aan met de voet.